Wat moet je verwachten als je met je zoon van acht naar de dokter gaat? Een knie die niet goed kan strekken en buigen. Hij strompelt al een week. Een vreemde groeipijn? Maar van groeipijn krijg je geen koorts, toch?
Ik had al een paar keer naar zijn knie gekeken. Hij stroopte dan zijn broekspijp op, maar ik zag niets raars. Bij de dokter zie ik twee blote spillebeentjes en één knie die twee keer zo dik is. Waarom had ik niet naar beide benen gekeken? De dokter trekt en draait, manipuleert en voelt. Geen breuk, geen kneuzing, niks gescheurd.
‘Ik ga u doorsturen naar een kinderarts. Ik vermoed artritis.’
‘Kan dat op deze leeftijd?’ Mijn hersenen beginnen te draaien. Artritis, artrose, reuma. Ik ben geen kenner, ik weet alleen dat het niet goed klinkt.
‘Het komt voor op deze leeftijd.’ Ze richt zich tot de patiënt: ‘Een bottendokter gaat naar je been kijken en misschien met een naald erin om eventueel vocht eruit te halen of meer.’
Mijn zoon trekt wit weg. Hij houdt niet van naalden.
We spoeden ons naar het LUMC terwijl ik op internet koortsachtig wat meer informatie probeer te vinden. Reumatische artritis, chronische ontstekingen, veertiendaagse ziekenhuisopnames. Niet kijken, rustig ademhalen. Onderweg rijst bij mijn zoon de vraag: ‘Wat is het, wat ik heb?’
‘Mama weet het niet exact. We moeten afwachten.’ Ik probeer de angst niet te laten doorklinken in mijn stem.
Hij kijkt emotieloos naar buiten en laat de woorden bezinken. Maar als hij achter me aan strompelt van de parkeerplaats naar de ingang van het ziekenhuis, zegt hij vastberaden: ‘Als die knie zo blijft, wil ik wel een rolstoel.’ Zijn ogen fonkelen bij de aanblik van een elektrisch exemplaar dat langs komt scheuren. Niets is negatief tot het tegendeel bewezen is.
De arts in opleiding doet een algehele check en komt tot dezelfde conclusie als de huisarts.
‘Even overleggen met de supervisor.’
Ik knik gedwee. Laat het ‘even’ maar weg in een ziekenhuis. De minuten gaan tikken, mijn hersenen maken overuren en om het gepeins te stoppen tuur ik op de telefoon naar meer informatie en stuit op een site met boeken. Titels als ‘Leven met pijn’, ‘Leren accepteren’ en ‘Hoe overwin ik mijn ziekte’ zouden voor de patiënt helend kunnen werken. Ik zet de website in de favorieten voor het geval dat ik hem nodig heb. Ondertussen verveelt mijn zoon zich. Hij doet trucjes op de onderzoekstafel. Met zijn benen op het hoofdgedeelte maakt hij een bruggetje. ‘Dat lukt nog, want daarbij heb je altijd kromme benen.’ Hij vervolgt een handstand tegen de muur. ‘Hierbij kan ik mijn been niet recht houden.’
Ik vermoed dat de komende tijd de rolstoel er nog niet in zit.
Na een dik uur komt de supervisor. Die kijkt, voelt en verklaart: ‘Reactieve artritis. Een ontsteking die in de loop van de weken volkomen gaat verdwijnen.’
Opgelucht ga ik naar huis, de patiënt kijkt nog even sip naar een gepimpte rolstoel met ingebouwde turbo.
‘Nu moet je alleen helemaal beter worden,’ zeg ik als we instappen.
‘Ik ben al beter mama. Alleen mijn knie is nog ziek.’
De site met boeken kan ook de prullenbak in.